“Dank voor je blijmoedige steun, je onvoorwaardelijke aanwezigheid en liefdevolle bijdrage.”

Lieve Marinka, Weer thuis in onze eigen omgeving kan ik in stilte nagenieten van de bijzondere dag die we vandaag met elkaar hebben beleefd. Nagenieten klinkt misschien wonderlijk, maar toch is het zo. Er is alsof de leegte die Jeanne achter liet zich afgelopen week langzaam heeft gevuld met liefde en dat die leegte vandaag zo vol gelopen was dat ze begon over te lopen en iedereen zich aan die liefde laven kon.

Ik wil je nogmaals enorm bedanken voor je blijmoedige steun, je onvoorwaardelijke aanwezigheid en liefdevolle bijdrage aan ons intensieve proces van de afgelopen week. Het was een voorrecht dat je ons terzijde hebt gestaan en heel bijzonder dat Jeanne ook jou (zij het wat minder sturend dan in bepaalde andere dingen) op ons pad heeft gebracht. Ook daarin past ons niets anders dan grote dankbaarheid.

Ik hoop dat het ‘gedoe’ met  de muziek voor jou de middag niet teveel heeft overschaduwd. Ik zag je rode konen en voelde vanuit professioneel standpunt heel erg met je mee. Weet echter dat dat voor mij (en ons) geen enkele afbreuk heeft gedaan aan de schoonheid en intensiteit van deze middag, noch aan onze diepe waardering voor wat je voor ons hebt gedaan. Iemand suggereerde zelfs dat Jeanne waarschijnlijk ergens zat te grinniken over dat gedoe met de techniek, zich realiserend dat uit het perfecte niets groeit (ex perfecto nihil fit). Een les die wij ons keer op keer ter harte moeten nemen. Het lijkt me voor de Heidehof verstandig om goed uit te zoeken waar het systeem haperde. Jou treft echter geen enkele blaam, integendeel.

Ik zie er naar uit om je over een week of zes weer te zien en ben benieuwd hoe onze wereld (en vooral die van mijn vader) er dan uit zal zien. Ondanks dat mijn hart nog voor hem huilt, heb ik er alle vertrouwen in dat hij als een Feniks uit de as zal herrijzen. Hoewel deze beeldspraak misschien niet al te fijnzinnig is op een dag als deze. Maar ach, je begint er vast al een beetje aan te wennen, toch?

Dank je wel, met hartelijke groet, Marc