Een nieuw begin
‘Als je maar niet denkt dat ik me ook met lijken ga bezighouden’ sprak mijn man minzaam toen ik hem vertelde dat ik zelf een uitvaartonderneming wilde beginnen. En zo kreeg ik wel meer terughoudende reacties op mijn enthousiaste plannen.
De meeste mensen hebben nu eenmaal liever niets met de dood te maken, ook de lieverds in mijn eigen omgeving niet. Maar ik was vastbesloten, had een opleiding gedaan, had steeds meer ideeën over hoe ik zou kunnen helpen bij een persoonlijk afscheid en op een goede dag ben ik gewoon begonnen.
Gelukkig had ik de onbevangenheid die wel meer beginners eigen is. Achttien jaar geleden was ik de eerste zelfstandige uitvaartondernemer in deze regio en het was soms echt pionieren. Ik moest laten weten dat ik er was. Mensen overtuigen van het feit dat zij niet per se aan een grote onderneming gebonden waren. Dezelfde grote partijen die mij aanvankelijk allemaal buitensloten.
Het was vermoeiend telkens allerlei wielen uit te vinden, maar dat is meteen ook het leuke van een eigen bedrijf: je mag het allemaal zelf bedenken. Dat wil niet zeggen dat ik alleen voor stond, want al doende ontstond een netwerk van mensen die ik blindelings kan vertrouwen.
Te beginnen met mijn eigen gezin. Man Joost had dan wel droogjes laten weten dat hij niet van zins was zich met overledenen te bemoeien, hij had mij wel altijd gesteund en bleek een prima klankbord. Het duurde niet lang of hij ontfermde zich over de zwakste van al mijn talenten: de administratie. Onze jongens Floris en Koen, waren toen 9 en 6. Als zij al moeite hadden met de carrièreswitch van hun moeder, dan was dat niet te merken. Blijmoedig volgden zij de ontwikkelingen. Toen de meester van Koen overleed hadden we een indringend gesprek over verlies en rouw en sindsdien heb ik hun respect.
Langzaam begon de onderneming te lopen en het gezin groeide er in mee. Joost bood aan om een dag minder te gaan werken zodat hij meer thuis kon zijn voor de kinderen. Dit kwam goed uit aangezien ik precies in die periode vaak last had van een hevige misselijkheid waardoor ik soms een tijdje van de kaart was. Toen ik hierover klaagde bij mijn moeder vond ze dat ik mij vreselijk aanstelde. Dat probleem kende ze alleen maar van de tijd dat ze zwanger was…
De test die volgde bleek positief en wat waren we blij. Hier hadden we niet meer op gerekend: zwanger! Van een meisje nog wel. Mijn werk ging gewoon door. Hoogzwanger liep ik voor de rouwauto uit. Nabestaanden vonden het prachtig. Leven en dood zo dicht bij elkaar.
Inmiddels zijn de jongens het huis uit. Roos woont samen met ons boven het Afscheidshuis. Over de dood praten is in ons gezin heel gewoon (ja, doodgewoon). De kinderen zijn gewend dat hun moeder dag en nacht gebeld kan worden en er soms op een feestje niet bij kan zijn.
Ik ben trots op de mensen om mij heen. Op mijn kinderen en op mijn Joost die altijd voor iedereen klaarstaat en inmiddels gewoon meehelpt om iemand in een kist te leggen.