Lastige zus

We zitten met een groepje in een gezellige keuken rond de tafel om een uitvaart te bespreken. Een grote mok met thee en een dikke plak ontbijtkoek worden voor mij neergezet.

“Mama wilde gecremeerd worden”, vertelt de oudste dochter. “Nee, hoor”, zegt de jongste. “Tegen mij heeft ze gezegd dat ze begraven wil worden.” Voor ik reageer drink ik eerst rustig van mijn thee. Even kijken hoe dit verder gaat. Ik besluit te vertellen over de voor- en de nadelen van begraven en cremeren. Ze luisteren allemaal aandachtig.

“Ze heeft een boekje waar ze alles in heeft geschreven, maar we kunnen het niet vinden”, zegt de een. De andere dochter slaat haar armen over elkaar maar reageert niet. Ik ga verder met uitleggen. Want we hebben niet alleen te maken met wat we willen, maar ook met beperkingen in mogelijkheden door corona.

Ik probeer er achter te komen of hun moeder zich duidelijk heeft uitgesproken over haar wensen. Nee, dat is niet zo.  Sterker nog: ze vond het goed als de kinderen het goed zouden vinden. “Dus dan kunnen we samen kijken wat jullie het liefste willen.” Bij de verschillende mogelijkheden vertel ik ook over een natuurbegraafplaats en laat foto’s zien. Links instemmende geluiden, rechts twijfel. Ik reserveer bij de begraafplaats voor de zekerheid alvast een dagdeel en zeg tegen de zussen dat ze de volgende dag pas zeker hoeven te weten of ze het eens zijn met deze optie. Iedereen lijkt hier vrede mee te hebben.

Na een moeizame planning gaan we verder met het bespreken van de kaart. Ik vertel ze dat er niet meer dan 30 mensen uitgenodigd mogen worden. En kinderen tellen ook mee. Er ontstaat weer onenigheid over wie dan wel en wie niet uitgenodigd zullen worden. Als ik naar de auto loop om de enveloppen te halen komt de oudste zus naar mij toe. “Je zult het wel gemerkt hebben, maar mijn zusje is heel lastig.” Ik luister en zeg haar dat alles goedkomt. Ze gaat naar binnen, en daar komt de jongste zus. “Je zult het wel gemerkt hebben, maar mijn zus is echt heel erg lastig.” Weer stel ik gerust en de bespreking gaat verder. Bij elk verschil van mening kijken beide zussen mij verwachtingsvol aan.

Dan vraag ik of het misschien een goed idee is om de uitvaart uitsluitend met de eigen familieleden te houden. “Kan dat? Dat zou wel fijn zijn.” De zussen kijken elkaar tevreden aan en de rest van de regeling is nu snel voor elkaar.

“Nu ga ik toch op zoek naar haar schriftje”, zegt de oudste zus. Ik vraag haar waarom: “we hebben nu een uitvaart geregeld waar jullie beiden tevreden over zijn en jullie moeder heeft jullie die vrijheid gegeven.” Met een zucht van verlichting gaat ze weer zitten.

De kaart is prachtig. Op de voorkant een foto van hun moeder op de hei. Op de kist leggen we mos met heideplantjes. Het graf is in een open veld, de kleinkinderen dragen de kist. Na afloop vertellen de dochters mij over hun moeder. Met een lach en een traan, eensgezind.